In het midden van de negentiende eeuw reisde de Britse natuuronderzoeker Alfred Russel Wallace door Indonesië. Hij verzamelde er dieren en stuurde Darwin en passant het essay dat leidde tot de publicatie van de evolutietheorie. Tijdens zijn achtjarig verblijf ontdekte hij ook dat de flora en fauna in het westen van de archipel volledig verschilde van die in het oosten. Over dat fenomeen, biogeografie, publiceerde hij tal van boeken en artikelen, waaronder het reisboek The Malay Archipelago.
Alexander Reeuwijk vertrok naar Indonesië, met in zijn rugzak een verrekijker, de boeken van Wallace en tijdgenoten en artikelen over de meest recente wetenschappelijke inzichten. Hij reisde over land van Sumatra naar Papoea, onder andere om orang-oetans te bestuderen en paradijsvogels te zien dansen. Kun je biogeografie zien en begrijpen? En hoe is het eigenlijk met de staat van de natuur in Indonesië?
Nu in een volledig herziene en geactualiseerde editie.
Varanen, orang-oetans en paradijsvogels