1521. Ottelijne, de kasteelvrouwe van het huis Lauernesse raakt onder de indruk van het nieuwe geloof dat de kop opsteekt. Het lutheranisme begint voet aan de grond te krijgen, tot groot ongenoegen van de katholieke machthebbers. Er broeit iets onder de bevolking. Voor Ottelijne is de geloofskwestie zeer persoonlijk, want haar verloofde is overtuigd katholiek.
Het huis Lauernesse maakt inzichtelijk hoe een geloofskwestie in onze contreien kon uitgroeien tot wat we later de Tachtigjarige Oorlog zouden noemen. A.L.G. Bosboom -Toussaint is een meester in het tekenen van de psychologische ontwikkelingen die de hoofdpersonen meemaken. Daarbij is ze zeer evenwichtig en subtiel in de uitwerking van goed en kwaad bij beide geloofsrichtingen. Als het boek iets is, dan is het wel een pleidooi voor tolerantie.
Los daarvan kent deze historische roman een humoristische ondertoon, getuige alleen al de titel van hoofdstuk 18: ‘Een hoofdstuk, dat ook wel kan worden overgeslagen’.
In de hertaling van Gera de Bruijn wordt Het huis Lauernesse weer toegankelijk voor een breed lezerspubliek.
Gera de Bruijn was eerstegraads docent Nederlands. Na haar pensionering is zij begonnen met het hertalen van 19e-eeuwse romans. Daarvan zijn er nu drie verschenen; Majoor Frans, van A.L.G. Bosboom-Toussaint, De lotgevallen van Klaasje Zevenster van Jacob van Lennep en Lidewijde, van Conrad Busken Huet.
Het huis lauernesse