Het kan zo maar gebeuren dat een indringende emotionele gebeurtenis in een mensenleven leidt tot het opborrelen van geheugenflitsen die lang diep verborgen bleven. Vele malen volgt daarop zelfs zeer onverhoeds een versmelting van herinneringsbeelden met actuele indrukken, alsof het verleden naar vandaag wordt overgeheveld. En eigenlijk is dat heden in onze taal trouwens de enige plek waar het verleden kan bestaan. En dan nog wel alleen in ons hoofd en dat sluit aan bij de gedachte van Wittgenstein in zijn taalfilosofie: in de taal vormen we ons een beeld van de werkelijkheid, maar die werkelijkheid zelf ontglipt ons.
Vaak geeft dat verkregen reliëf in onze taalwerkelijkheid enige steun in het dagelijks gewoel.
Met die ervaringen als achtergrond is deze bundel ontstaan: een poging om het door het in woorden onder te brengen allemaal wat overzichtelijk te houden. Ja, slechts een poging.
Ik kan het altijd denken