In Zavelreis neemt André Degen ons mee naar uiteenlopende plaatsen. Soms liggen die dichtbij huis, zoals Stedum en Hulshorsterzand, maar hij voert ons ook verder weg, naar de fantasielandschappen van het Dammerbos en Zavoren. Degen reist naar alle windrichtingen, maar uiteindelijk had de wereld voor hem niet groter hoeven worden dan de zandbak bij zijn ouderlijk huis. Daar komt alles goed omdat vader dat zegt.
De gedichten in Zavelreis zijn doortrokken van de weemoed die ook zonsondergangen kleurt. Daarbij is de dood nooit ver. Gelukkig is er vóór die tijd de hoopgevende ademtocht van de liefde geweest.
Het leven is een zavelreis, een vergeefse reis, maar wel een die de moeite waard is.
Zavelreis