Wie waren de Vijftigers ook alweer? Wat betekent expressionisme? Of modernisme? Welke rol speelt de Tweede Wereldoorlog in de literatuur? Wat is een graphic novel? Hoe kun je een boek ‘Freudiaans’ interpreteren? Welke boeken uit de voormalige koloniën zijn aanraders? Het Basisboek Moderne Letterkunde beantwoordt dit soort vragen, door een overzicht te bieden van de belangrijkste Nederlandstalige literatuur uit de 20e en 21e eeuw. Aan de hand van een nauwkeurige lezing van sleutelteksten passeren allerlei literaire stromingen, schrijversgroepen, genres en thema’s de revue. Het begrip ‘literatuur’ wordt ruim genomen, want ook stripverhalen, cabaretteksten en popliedjes worden behandeld. Dit maakt Basisboek Moderne Letterkunde tot een rijk en breed boek, waarin de traditionele canonieke schrijvers afgewisseld worden met onbekendere en meer perifere auteurs.
Uitgangspunt van het boek is dat literaire werken te lezen zijn vanuit verschillende gezichtspunten of ‘frames’, die telkens andere aspecten belichten. Dat leidt tot een verfrissende aanpak, waarbij dezelfde werken in meerdere hoofdstukken worden besproken. Deze benadering maakt het ook mogelijk om de strikte chronologische volgorde los te laten, waardoor verbanden tussen oudere en meer recente werken aan het licht komen. Elk hoofdstuk opent met een fragment uit de sleuteltekst, dat vervolgens wordt geanalyseerd. Hierdoor wordt de lezer onmiddellijk de literatuur in gegooid. Daarna wordt uitgelegd voor welke stroming, thematiek of genre de sleuteltekst representatief is en volgen enkele andere sprekende voorbeelden. Deze opbouw van Basisboek Moderne Letterkunde maakt dat het op verschillende manieren gebruikt kan worden, zowel binnen als buiten het onderwijs.
Basisboek Moderne Letterkunde