Sing Sing
Met Sing Sing debuteert Coen Peppelenbos als dichter. In herkenbare, duidelijke taal dicht hij over plekken en mensen die een bijzondere indruk op hem gemaakt hebben. Een verlaten kerkhofje op een Noordzeedijk; een beklimming vol hoogtevrees van de Euromast of een mooi portret van zijn vader als rodebietenkweker.
Coen Peppelenbos is verantwoordelijk voor de succesvolle reeks poëtische wandelingen van Uitgeverij kleine Uil. Hij publiceerde poëzie in onder meer Tzum, Trotwaer en Krakatau. Hij trad op diverse plekken in het land op, waaronder de festivals Dichters in de Prinsentuin, De Parade en Noorderzon.
Met Doeke Sijens schreef hij de vrolijke gay-romans Tavenier en Harde actie. Daarnaast schreef hij mee aan twee methodes voor het voortgezet onderwijs. Hij is recensent bij de Leeuwarder Courant.
De pers:
‘Wat zijn bescheiden illusies toch sympathiek! Het resultaat is een bundel die nadrukkelijke laag van de toren blaast maar en passant toch best enige indruk achterlaat (…). Aan mij waren zijn haast terloopse maar niettemin zorgvuldig genoteerde bestaanstekortjes wel besteed.’
Rob Schouten in Awater
‘Peppelenbos is een dichter met lef, die een eigen weg in het literaire veld durft in te slaan.’
Annelies den Haan in de Poëziekrant
‘Er mogen van mij nog wel meer ironisch bezongen onderdakjes komen.’
Remco Ekkers in de Leeuwarder Courant
‘De ongecompliceerde poëzie van Peppelenbos wordt gekenmerkt door teleurstelling, een licht-melancholieke toon en soms zeer rake regels.’
Joep van Ruiten in het Dagblad van het Noorden
‘Peppelenbos doet met zijn bundel een goede poging enkele verzen toe te voegen aan de canon van de Nederlandstalige homoseksuele poëzie.’
Dirk Rodenburg in de Gay Krant
Sing Sing