Jan Glas debuteerde in het najaar van 2004 met De vangers van zummer. In 2006 werd deze bundel bekroond met de Literaire Prijs van Stichting ’t Grunneger Bouk. De jury was van mening dat deze bundel het beste literaire produkt was in de voorafgaande drie jaren. In 2006 won Glas met vier nieuwe gedichten ook nog eens de Duitse Freudenthal-prijs voor nieuwe Nedersaksische literatuur. De prijswinnende gedichten zullen samen met ander nieuw werk te lezen zijn in Het getal hondje. Met sterke beelden in heldere krachtige taal laat Jan Glas in deze tweede bundel zien waarom hij tot de beste Groningse en Nedersaksiche dichters gerekend wordt.
In Het getal hondje leert een verweesd hondje van het schip waarop hij woont hoe te grommen en wordt een brug langzaam gek. Een oude vrouw beleeft haar finest hour in een HEMA-restaurant, een vlierstruik barst bijna uit zijn voegen van de mystiek en een Juchtleerkever verlaat huilend de Nederlanden. We ontmoeten polyesterpooiers in de wereld van boerenbont en kijken mee met het kind dat alles ziet.
Jan Glas is redactielid van het Literaire tijdschrift Krödde. Samen met Jur Engels stelde hij in 2006 de bloemlezing De 100 mooiste Groningse gedichten samen.
Plek
Dizze stee wer, onbedould, n plek: n brug
en n kenoal dij nkaander aal weerleggen.
Zoas hom alles hier herhoalt, dezulfde
wiend de bomen ain kaant oet zet.¬
t Peerd dat mor staait en staait, van
t aine bain op t aander. n Old
SS-er ijskoud veurman wer en aarbaiders
konden verrekken. Woar
dood joe t wozzen kiend tou handen oet trekt.
Dit is n onbeholpen plek.
Ik loop hier elke dag, zulfde pad, zo
hoal k miezulf steeds ien. De tunnel
vangt verhoalen, de brug wordt langzoam
gek.
De pers:
‘Het is de vraag of hij het ambieert, maar als hij zijn poëzie voortaan ook in het Nederlands zou schrijven, zou zijn faam beslist ook landelijk zijn.’
Joop Leibbrand op Meander
Het Getal Hondje