Chris is zo onopvallend dat zelfs deuren die automatisch open gaan, voor hem dicht blijven. Ook zijn werk voor het Groninger Museum bestaat niet echt. Officieel is hij beleidsmedewerker, in de praktijk wordt hij ingezet om kostbare kunstwerken van oudere mensen naar het museum te praten. Hij is onvervangbaar voor het museum omdat hij veel meer oplevert dan hij kost.
Om zijn werk iets spannender te maken, neemt Chris altijd iets mee uit de huizen van de mensen die hij bezoekt. Kleine, alledaagse voorwerpen doorgaans tot er op een dag verandering in komt. Als verzamelaar van boeken – om te hebben, niet om te lezen – ziet hij een zeldzame eerste druk van De stille kracht van Louis Couperus in de boekenkast staan van een weduwe die haar schilderijen van de hand wil doen. Chris zoekt een weg om het museum en zichzelf te verrijken.
Het persoonlijke leven van Chris is na de dood van zijn vriend tot stilstand gekomen. Dankzij een dating-app maakt hij kennis met een kunstgeschiedenisstudent. In de betaalde verhouding vervagen langzaam de grenzen tussen klant en verkoper.
Onfatsoenlijk en luxueus